|
De zorg voor jonge dassen is de taak van de vrouwtjes. Zij nemen de gehele zorg en opvoeding van de kleine dasjes voor hun rekening. Dassen kunnen het hele jaar door paren, maar doen het bij voorkeur in de zomer. Het gaat gepaard met gegrom en geblaf, kan erg lang duren en wordt soms meerdere malen herhaald.
Na de bevruchting stopt de celdeling na een paar maal en nestelen de vruchtjes zich pas in december in de baarmoederwand. Zes tot acht weken later worden de jongen geboren, meestal rond februari. Deze uitgetelde dracht voorkomt dat dassen geboren worden op tijdstippen met weinig voedselaanbod.
Drachtige wijfjes richten een speciale kraamkamer in, bekleed met zacht en droog plantaardig materiaal. Hierin worden meestal twee of drie, hooguit vijf jonge geboren. De jonge dasjes zijn slechts tien centimeter lang en nog dun behaard met een donzig wit pelsje.
Na een maand gaan hun oogjes open en is hun vacht helemaal op kleur.
| |
| |
|