|
Belangrijkste ecologische uitgangspunten bij het beschermen van dassen In Nederland zijn dassen om meerdere redenen een kwetsbare diersoort:
| |
|
 | | De das is voor Nederlandse begrippen een grote diersoort, dus makkelijk te vinden (grote opvallende burchten) en eenvoudig te verstoren of te verjagen.
|  | | Dassen hebben een conservatieve leefstijl, en kunnen zich maar langzaam aanpassen aan veranderende omstandigheden.
|  | | Dassen zijn voornamelijk afhankelijk van een bestaand patroon van geursporen om zich te kunnen oriënteren in hun territorium. Hierdoor zijn ze erg gevoelig voor ingrepen in hun leefgebied.
|  | | Dassen staan aan de top van de voedselpiramide, waardoor ze gevoelig zijn voor alle veranderingen van het voedselaanbod in die piramide.
|  | | Dassen komen voor in relatief kleine aantallen, gemiddeld slechts één familie van 2 tot 6 dassen per km2.
|  | | Een significant deel van de populatie (1/5) sneuvelt jaarlijks in het verkeer, waardoor de populatie een onnatuurlijke opbouw heeft en voortdurend instabiel is.
|  | | Dassen zijn gevoelig voor verstoring, vooral in de voortplantingsperiode.
|  | | Regenwormen, de belangrijkste voedselbron van dassen, zijn steeds moeilijker te bemachtigen doordat de kleinschalige begraasde weilanden meer en meer plaats maken voor uitgestrekte graslanden zonder beschutting, verschraalde graslanden en maïsakkers Dassen zullen dus steeds meer moeite hebben om het benodigd gevarieerd voedselpakket binnen hun territorium te kunnen verkrijgen.
|
| |
|
Bewoonde en onbewoonde dassenburchten
Omdat hoofd- en bijburchten in een dassenterritorium niet continu bewoond worden, is het in de wet gehanteerde begrip 'vaste rust-of voortplantingsplaats' van toepassing op alle dassenburchten in zo'n gebied. Zij vervullen allemaal in meer of mindere mate een rol in de ecologische functionaliteit van de 'vaste rust of voortplantingsplaats' van de das. Het feit dat een bepaalde burcht geen sporen vertoont van recente bewoning, betekent dus niet dat zo'n burcht geen rol speelt als rust of verblijfplaats van de dassenfamilie. Alleen aan de hand van historische gegevens van bewoning van een burcht en deskundig ecologisch onderzoek kan het belang van een bepaalde burcht (hol) voor een dassenfamilie bepaald worden. In het Kennisdocument Das 2017 (par.1.4) wordt de vaste verblijfplaats van een das gedefinieerd als 'een dassenburcht, die tekenen van recent gebruik door een das heeft, ofwel een onbewoonde dassenburcht binnen een bestaand territorium, die tot maximaal 5 jaar geleden als bewoond is vastgesteld door een dassendeskundige.
Ook buiten een dassenterritorium spelen verlaten dassenburchten(holen) een rol bij de her-kolonisatie door de das. Verlaten burchten kunnen na jaren (soms na meer dan 10 jaar) weer in gebruik worden genomen. Het is bekend dat een verstoorde dassenburcht (dassen vergiftigd, of bijvoorbeeld onbewoonbaar gemaakt door er gier in te laten lopen) pas na 7 jaar weer bewoond raakte (mondelinge mededeling Jan Baars, dassenwerkgroep Limburg). Het is dus belangrijk ook deze locaties zoveel mogelijk tegen aantasting te beschermen.
| |
|
Functionele leefomgeving en ecologische functionaliteit
De functionele leefomgeving van een dassenburcht bestaat uit alle terreindelen binnen een territorium, die nodig zijn om de burcht als zodanig te kunnen laten functioneren. De grootte van de functionele leefomgeving wordt voornamelijk bepaald door het voedselaanbod. Percelen die het grootste deel van het jaar voedsel leveren zijn de belangrijkste onderdelen van de functionele leefomgeving van een burcht. Omdat deze gebieden echter niet het hele jaar rond voedsel bieden (bijvoorbeeld wanneer door droogte de wormen te diep in de grond zitten), zijn ook de alternatieve foerageergebieden binnen het territorium van groot belang. Een dassenfamilie is optimaal aangepast aan zijn territorium en benut afhankelijk van het jaargetijde of de weergesteldheid alle foerageermogelijkheden van dat territorium Die vervullen dus allemaal een belangrijke functie, om de functionaliteit van het leefgebied te kunnen waarborgen.
Het Kennisdocument Das vermeldt een aantal voorwaarden, waaraan het functioneel leefgebied van de das moet voldoen.
Voor de ecologische functionaliteit van een leefgebied voor dassen en daarmee de gunstige staat van instandhouding is het noodzakelijk, dat:
| |
|
 | | er voldoende dekking aanwezig is op de burcht;
|  | | er voldoende rust op en rond de burcht is;
|  | | overdag (vanaf 7.00 u. ) geen incidentele verstorende activiteiten binnen 50 meter van de bucht, s' nachts (vanaf 18.00 u.) binnen 200 meter (bijvoorbeeld mountainbikes, crossmotoren of evenementen) ;
|  | | er jaarrond voldoende gevarieerd voedselaanbod aanwezig op bereikbare afstand van de dassenburcht,
|  | | monocultuur moet dus zoveel mogelijk voorkomen worden;
|  | | er moet voldoende gebied zijn waarin de moederdieren van december t/m juni op korte afstand van de kraamburcht ongestoord kunnen foerageren;
|  | | er oriëntatiemogelijkheden en schuilplaatsen zijn, bijvoorbeeld in de vorm van houtsingels en hagen
|  | | er moeten voldoende (lijnvormige) landschapselementen ( bijvoorbeeld houtwallen en hagen) aanwezig zijn, waarlangs dassen zich kunnen verplaatsen tussen burcht en foerageergebied, die schuilplekken bieden en waarmee ze zich kunnen oriënteren.
|  | | bijvoorbeeld gekartelde bosranden moeten niet vol geplant worden (rechtgetrokken);
|  | | geen verstoring of versnippering is van het territorium door wegen, kanalen en dergelijke
|  | | dassen moeten zich dus ongehinderd kunnen verplaatsen in hun territorium;
|  | | het territorium niet wordt verstoord door bijvoorbeeld honden of recreatie.
|  | | er uitwisselingsmogelijkheden zijn met nabijgelegen dassenfamilies
|  | |
|
| |
|
(NB: toelichting - cursief- op de hierboven genoemde voorwaarden uit het Kennisdocument das 2017 zijn van Das&Boom)
| |
| |
Definities: Een dassenburcht is een door een das gegraven of door een das in gebruik zijnd gangenstelsel van ondergrondse holen of iedere andere constructie die door de das in gebruik is. Dassen bewonen zeer traditiegetrouw hun burchten die duizenden jaren oud kunnen worden.
Een voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats van dassen wordt gedefinieerd als een dassenburcht die tekenen draagt van recent gebruik door een das of een onbewoonde dassenburcht die tot maximaal vijf jaar geleden door een deskundige als bewoond is vastgesteld, indien de onbewoonde dassenburcht binnen een bestaand territorium is gelegen.
Onder tekenen van recent gebruik worden gerekend dassenprenten voor de ingang van holen, mestputjes in de directe omgeving van de dassenburcht, dassenharen op de dassenburcht, vers graafwerk, de aanwezigheid van nestmateriaal of sleepsporen van nestmateriaal op of in de directe omgeving van de dassenburcht.
|
|
|